klik op afbeelding om te vergroten

NAAR DE KERK GAAN OM SAMEN GOD TE AANBIDDEN
 

God is door geen gebed te misleiden.
Er zijn mensen die zo overtuigd zijn van eigen rechtvaardigheid
dat ze neerzien op anderen.
Wie echter zichzelf verheft zal vernederd worden,
en wie zichzelf weet te buigen zal verheven worden.
De gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar is een illustratie hiervan.
Het zijn twee totaal verschillende mensen die naar de kerk gaan om te bidden:

De farizeeër, die praat in zijn gebed alleen maar over zichzelf.
Hij bidt alleen maar bij zichzelf en praat naar zichzelf toe.
Hij bidt alleen maar tot zichzelf en aanbidt zichzelf in plaats van God.
Hij bidt de verkeerde kant uit zet zichzelf zo centraal,
dat er voor God geen plaats meer is in het midden.
In zijn bidden gaat hij met zichzelf bezig in plaats van
dat God met Hem aan het werk gaat en hem omvormt tijdens zijn bidden.

De arme tollenaar daarentegen bidt in de richting van God.
Hij begint met ruimte te maken voor God als zijn tegenpool:
Hij gaat eerst als het ware ver van God af achter in de kerk zitten.
Zo maakt hij ruimte voor God in het binnenste van zijn ziel.
Hij kan zich nergens op beroepen dan op zijn eigen zonden.
Daarom klopt hij zich ook voortdurend op de borst in de hoop,
dat God hem naar voren roept en hem barmhartig en genadig is.
Met een gezond gevoel van schuld doet hij een beroep op Gods barmhartigheid.
Zo kan God hem uitnodigen om naar het midden te komen.
Zo kan hij gerechtvaardigd door God weer naar huis gaan
in tegenstelling tot die farizeeër, die alleen maar zichzelf stond te rechtvaardigen

In welke gesteltenis ga ik zelf naar de kerk?
De zondagse kerkgang kende op het platteland vroeger
een verwijderde voorbereiding van allerlei rituelen vooraf.
Denk bij voorbeeld aan het harken rondom het huis en schoenen poetsen,
nuchter zijn vanaf 12.00 uur s’nachts, een bad nemen
en schone zondagse kleren aan doen met bij voorbeeld een wit overhemd,
dat nog doet denken aan het witte kleed van het doopsel.
Dan kreeg je als vanzelf een zondagsgevoel.
De nabije voorbereiding bestond na het Concilie onder andere uit
van te voren even het evangelie van de zondag doorlezen
en het zondagsmiszaaltje mee nemen
met de rozenkrans, zakdoek en geld voor collecte.

Samen ‘Rond het evangelie’ van de zondag
Eigenlijk zou je nu ook op vrijdagavond of zaterdagavond samen met
de kinderen even rondom de hoge tafel in de keuken moeten gaan
zitten om samen het evangelie te lezen uit de (kinder)bijbel
en daar even over door praten met de kinderen bij wijze van geloofsgesprek.
De kerk van ons bisdom wil naar een kerk van kleine groepen toe,
maar dat moet dan wel eerst van huis uit al vast ingeoefend worden.
Het gaat er vandaag de dag ook om met wat voor een gesteldheid ik
ik lichamelijk, psychisch en geestelijk het kerkgebouw binnenkom.
Hoe maak ik een eerste kontact met God, met de kerkruimte en de mensen?
Dat gebeurt via het doopwater in het wijwatervat en het kruisteken maken,
waardoor God mij vooraf zegent. Hoe stel ik mij op te midden
van de geloofsgemeenschap en ten opzichte van God.

Samenkomen be-teken-t: (IK) Ik zal er zijn voor jou (JOU)
Doopouders, Eerste Communieouders en Vormsel-ouders
moeten aan hun kinderen leren,
dat de kerk een ander soort gebouw is dan een supermarkt,
waar je alleen maar iets komt halen.
In de kerk daarentegen kom je eerst iets brengen: nl. eer aan God.
Wij komen op de eerste plaats in de kerk samen om God te aanbidden
en om zo op die manier een heel en heilig mens te worden.

Ons hoogste gebed vindt gezamenlijk plaats op zondagmorgen.
Wij komen samen in de eucharistieviering om bij die ENE te komen.
Ons samenkomen komt voort uit de aard van de Heilige Mis zelf,
die tegelijk missionair middelpunt-zoekend en middelpunt-vliedend is.
Dat is de permanente geboorte van de kerk uit de eucharistie.
De kerk ontwaakt voortdurend opnieuw in de zielen als we samen bidden.
Wat wij in het kerkgebouw doen heeft te maken met een wekelijkse
hernieuwde bewustwording van onze belofte bij ons doopsel en vormsel.
Dat soort betekenissen echter zijn wij helaas helemaal aan het vergeten.

Liturgie als mystieke ruimte waarin het tot je door kan dringen
De zondagse liturgie schept een ruimte, waarin dat alles tot ons door kan dringen
via een omvormingsproces van zondag tot zondag en dat levenslang duurt.
de Kerk is een huis van God die mensen samen roept
vanuit de verrezen heer Jezus Christus.
Diezelfde kerk wordt een levend lichaam als wij er binnengaan
om recht voor God te staan met het gezicht
naar het Oosten als volk van God voor het Gelaat van God.

God doet zijn werk door alles wat wij samen doen in de openbare eredienst.
Via ons horen, luisteren en zien, via overweging, antwoorden,
bidden en zingen gaat God met mij zelf en met ons samen als volk van God
aan het werk en worden wij omgevormd tot Lichaam van Christus in deze wereld.

Kortom, als ik hier bidt wordt ik zelf anders en kom ik anders uit de kerk dan ik er in ga:
d.w.z. minder farizeeër of schijnheilig en meer tollenaar als het goed is.
Het woord van God doet iets met mij en met ons samen als het goed is.
Het gaat helemaal door mij heen en komt weer tot uiting in mijn biddend antwoord in de eucharistie.We worden omgevormd tot mensen, die od in het centrum van hun leven plaatsen en niet andersom, zoals bij die farizeeër, die zichzelf in het middelpunt plaatst.

ja een Orde van dienst van de H,Mis als omvormings-model
Dat proces van geestelijke omvorming begint al bij de schuldbelijdenis
en/of gebed om ontferming (Kyrie).
Daarin worden wij eerst door God zelf geschikt gemaakt
om de H.Eucharistie goed te kunnen vieren.
Als wij te communie gaan worden wij zelf ook ten volle geconsacreerd
tot wat we zijn: Lichaam van Christus in deze wereld.
En aan het einde worden wij weer weggezonden
om in praktijk te brengen wat wij hier hebben gevierd:
nl. dat wij God in het centrum van ons dagelijks leven willen plaatsen
en prioriteit willen geven aan Hem en aan de ander in ons leven.
Daartoe worden wij aan het eind ook gezegend
en we danken God voor dit inzicht dat hij ons heeft gegeven:
God is alleen maar bereikbaar voor kleine mensen als die tollenaar.

Met welke gesteltenis bid ik hier in de kerk?
Misschien denk ik vandaag heimelijk bij mezelf:
God ik dank u dat ik niet zo ben als die farizeeër.
En laat mij maar mooi op die achterste bank in de kerk zitten.
Maar dan schiet de parabel toch nog bij mij in de roos.
De grootste farizeeër is natuurlijk degene die zich
voor God en voor elkaar presenteert in de kleren van een tollenaar.
Dat geldt bij voorbeeld ook voor een zangkoor achter- of voor in de kerk.

Een liturgisch koor is geen kerkkoor-ter-opluistering.
Het gaat niet om een kerkkoor, die maar wat zingt ter opluistering
of wat ze zelf leuk vinden, maar ze zingen wat die zondag opgediend wordt..
Het koor hoort niet op de zangzolder of boven op het priesterkoor
vlak voor het tabernakel, maar het moet veel meer deel uit te maken
van alle mensen van Gods volk in het middenschip van de kerk.
Het koor treedt niet op en geeft geen uitvoering waarna we allemaal klappen.
Als we toch klappen in de kerk dan is dat nooit voor ons zelf maar voor God.
We komen niet samen om ons zelf neer te zetten en onze eigen ideeën te verkopen,
zoals in een schouwburg, maar om God door ons heen te laten gaan.

Een liturgisch koor heeft drie functies.
Het gaat veel meer om een liturgische koor, dat dienstbaar wil zijn aan de liturgie.
Een zang/kantorgroep die ons ‘offer van de lofzang’ van het volk aan God
ondersteunt en die afwisselend de psalm na de lezing zingt met alle deelnemers
en die ook op zijn tijd namens alle aanwezigen de lof zingt voor God.
Daarmee helpt het koor ons de eredienst aan God mee voltrekken.

Wie zingt voltrekt liturgie en het gaat er om dat wij allemaal zo aanstekelijk zingen,
dat wij het gevoel krijgen dat niet ik meer zing, maar dat Christus zingt in mij.
Dat mijn ziel zich verheft tot God en Hem groot maakt,
zoals Maria doet in het Magnificat.
Dan pas gebeurt er iets met mij en tussen ons allen
en ga ik anders de kerk uit dan ik er in ga.

Bidden maakt je anders
Het raakt direct je verhouding met God,
die al onze menselijke pretenties relativeert.
Uiteindelijk gaat het om een leven met God.
Bij een wereld zonder God gaat de mens zichzelf verheffen boven de ander
en zet hij zichzelf in het midden op de plaats van God.
Dat doet ook die farizeeër en dan gaat ook het recht van de sterkste gelden.
Laten wij bidden, dat wij meer meegeven met God die zelf in ons bidt
en dat die God het meer voor het zeggen krijgt in ons leven. Amen