JUBILEJNO SVETO LETO 2000 - KAZALO

klik op afbeelding om te vergroten

BEWUST CHRISTELIJK LEVEN

 

Een spiritualiteit van beschouwing in actief leven.
Onze wereld lijkt soms op een woestijn.
Onze Christelijke spiritualiteit moet zich richten op de binnenkant van de mens. Tegelijk zoeken wij naar een ontmoeting met God, waarin we tegelijk ook steeds dichter bij de naaste uit komen. Toen de kerk in de eerste eeuwen een staatskerk werd trokken de eerste monniken zich terug in de woestijn om God te zoeken en zich helemaal aan Hem te kunnen wijden.
Ook in het hart van de mens kan het soms een woestijn worden. In de woestijn ben je volledig teruggeworpen op jezelf en daar moet je de strijd aanbinden met het kwaad in al zijn vormen. Zo moeten wij ons hart ook voortdurend bevrijden van alle valse voorstellingen van God. Deze staan de heelheid van het leven van de mens in de weg. Zij zijn de oorzaak van alle onrecht en lijden in de wereld, zegt Johannes van het Kruis al in de 16e eeuw.
De woestijn is echter ook de plaats waar ik als mens God kan ontmoeten. Als je de wereld als een woestijn ziet, waar het kwaad bestaat en regeert, dan is dat niet volgens de wil van God. Hij is immers een God van recht en leven. Het zijn mensen die structuren scheppen, waarin de ene mens de andere onderdrukt of geweld aan doet, zodat hij niet tot zijn recht kan komen. Armoede, uitbuiting en gewelddadigheid zijn uitingen van ‘structurele zonden’ , die door mensen in het leven worden geroepen. De wereld zoals die is dat is onze woestijn. De strijd tegen het kwaad in onze wereld, dat vorm krijgt in onrecht, geweld, uitbuiting, ontmenselijking en onderdrukking, kan onze zoektocht worden naar God.

Onze God is de enige God.
Elia is de man van de zachte bries en tevens de grootste profeet van Israel in het Oude Testament.( 1 Kon.19,8) Belangrijk in diens leven is zijn ontmoeting met God op de berg Horeb. In die ontmoeting ontdekt hij dat God niet is in het geweld van de aardbeving. Hij is ook niet in het brandende vuur en ook niet in de vernietigende kracht van de storm. Hij ervaart God wel aanwezig in de zachte bries en in Gods liefde voor het kleine en zwakke…..Zo ontmaskert Elia de onderdrukkende structuren van het machtsdenken van de leiders van Israel en de valse ideologie die daarachter schuilgaat. Hij stelt daarentegen de ware God van Israel tegenwoordig: de God die het volk uit zijn slavernij in Egypte heeft bevrijd. Die enige God is een samenleving en een maatschappij begonnen, die is gebaseerd op broederschap en zusterschap en op gelijkwaardigheid en respect over en weer.

Hierbij kun je ook denken aan Maria in het Nieuwe Testament.(Luk.1,46) Zij leeft vanuit openheid naar God en is tegelijk gericht op haar naaste en dat doet zij vanuit een biddende houding. In Maria zie je die sterke vrouw die haar Zoon trouw blijft, ook als Hij staatsgevaarlijk wordt. Zij staat aan de voet van het kruis tussen de leerlingen en verdachte personen. Maria’s aanwezigheid is revolutionair. Dan begrijp je ook haar revolutionaire lofzang van het Magnificat. Daarin spreekt zij ook over de strijd tegen een vals bewustzijn, zoals de machtigen dat de armen opleggen. Zij spreekt over hoop en verwachting: de machtigen zullen van hun troon gestoten worden en de rijken gaan heen met lege handen. Maar de armen zullen uit het stof worden verheven en hun waardigheid terug krijgen.

Leven in navolging van Jezus
De mens kan volgens Johannes van het Kruis de ware God alleen dan ontmoeten, als hij zich ontdoet van alle valse voorstellingen van God, die leven in zijn hart. Ieder mens staat bloot aan de verleidingen van macht, aanzien,corruptie, consumptie, bevestiging.Wie bewust wil leven in het voerspoor van Jezus zal zich van al die beelden en voorstellingen van God moeten ontdoen. Daarvoor moet je soms door crisis en donkere nacht gaan. Je moet daarvoor soms bloot staan aan spot en verwerping door medemensen, vooral van degenen die het voor het zeggen hebben. Letterlijk leven in navolging van Jezus daar gaat het om. Hij is immers het beeld van God en het kind van God bij uitstek. In Hem is God onder ons mens geworden. Tijdens zijn leven heeft Hij laten zien, dat wij allen kinderen van God zijn. Dat wil zeggen dat wij allen, in Jezus, zusters en broeders zijn. Niemand is heer over een ander. Als er een maatschappij is waarin de ene broeder de andere onderdrukt, kleineert, in armoede gevangen houdt, zijn zelfrespect ontneemt en niet laat komen tot een menswaardig bestaan, dan is dat een vergrijp tegen een kind van God, tegen God zelf dus. Titus brandsma heeft dat als volgt onder woorden gebracht: ‘je moet ieder mens benaderen alsof hij is zoals hij zou moeten zijn’ volgens God. Ieder mens is beeld en gelijkenis van God.Zo dienen wij elkaar ook te benaderen

Bewust Christelijk leven
De leefregel (=levensvorm) van de Karmel (1206 n.Chr.) biedt ons een leefmodel voor bewust levende Christenen. Zij is een van de oudste leken-spiritualiteiten en als zodanig geeft zij ons een basis-spiritualiteit voor een Christelijke levensstijl. De nadruk wordt gelegd op de ‘Na-volging’ van Jezus in gebed, in broederschap en zusterschap en in dienstbaarheid, luisterend naar de roepstem van God. Wat wil God van ons op dit moment en in deze situatie? Hoe kunnen wij meehelpen te bouwen aan een betere en rechtvaardiger wereld, waar ieder mens tot zijn of haar recht kan komen.?Dat is het samengaan van actie en contemplatie oftewel beschouwend in actief leven. Vanuit je zoektocht naar God ga je steeds meer het Gelaat van God zien in je naaste, die op je weg komt van Godswege en die je dus niet zelf uitkiest…….In de kern gaat het er om die nieuwe maatschappij die God op het oog heeft naderbij te brengen in de spanning tussen het al reeds en nog niet. Gebed en bezinning, stilte en woestijn, bevrijding en profetische strijd, zich bemind weten door God, liefde en mededogen, elkaar zien als kindreen van God en als zijn beeld en gelijkenis, dat alles te samen vormt de basis voor een gezond geestelijk leven. Ieder van ons is zo ‘een medium in het komen van God in zijn Woord en gestalte’ en een’ instrument’ in Gods hand om zijn heilswerk te voltooien.”Ga, want deze weg in je leven is heilig en goed”, zegt de Karmel.

In stilte op zoek naar God in het verborgene
Elia is de man van de zachte bries en die zich in stilte afvraagt: wat ben ik hier eigenlijk aan het doen? (Carlos Mesters) (I Kon. 19,10.14) Juist in het analyseren van de werkelijkheid raakt God hem zelf in zijn diepste innerlijk. Het is de stem van de zachte bries, van de windstilte, die hem uiteindelijk tot stilte beukt. Die ervaring doet hem stil houden, roerloos blijven en verstommen. Het is een gebeuren, dat, plotseling, doet verstommen, dat een persoon stil doet worden, dat een leegte in die persoon schept en hem zo open stelt tot horen, zien en luisteren; het brengt in die persoon een afwachtende houding te weeg.
Het is geen romantiek maar iets dat, plotseling, alles door elkaar gooit wat Elia dacht en beleefde tot op dat moment. Het geeft een diepe invloed aan van een gebeuren dat plaats vind in je zelf en dat je beukt tot verandering van leven. Je krijgt een totaal nieuwe visie op de dingen. Met stomheid geslagen weet je alleen nederig te zwijgen en na te denken tegenover zoveel lijden. God is niet meer in de traditionele tekenen van zijn vroegere openbaring en ook niet meer zoals Elia hem tot dan toe ‘in-beelde’.
God stelt zich aanwezig in afwezigheid en voortaan zoekt Elia God als afwezig. In stilte van alle stemmen komt Elia tot de ontdekking, dat hij het mis heeft en tegelijk ontdekt hij een bepaald iets. De zachte bries is de donkere nacht van de mystieke ervaring; het is een uitgaan uit zichzelf om zichzelf te vinden. Die nacht haalt alles neer en openbaart de ruimte voor een nieuwe ervaring van God die, in korte tijd, het leven van Elia doordringt en hem er toe brengt zijn zending tot herstel van het Verbond met God weer te herontdekken. Voortaan komt God en de arme in het centrum te staan van de persoon en niet jezelf. Sta op en wees de kwetsbare mens nabij, zegt God als het ware tegen hem.

Stil worden totdat het gaat spreken
Karmelieten horen bij een kloosterorde, die is ontstaan uit een groep dertiende eeuwse kluizenaars uit het Karmelgebergte. Dit gebergte bij Haifa in het tegenwoordige Israel wordt al eeuwen beschouwd als een heilige plaats. Karmelieten worden geboeid door het leven dat een gave en geheim is, mysterie van God, bron van het leven. In ons alledaagse leven wordt onze aanacht doorlopend getrokken door geluid: menselijke stemmen, reclameboodschappen, het rinkelen en piepen van apparaten…Misschien verlangen veel mensen juist daarom in deze tijd zo naar stilte.
In de Karmel wordt stilte centraal gesteld. Niet als het ontbreken van trillingen in de lucht die onze oren bereiken, maar als aanwezigheid van de Eeuwige. Stilte als ruimte: ruimte in ons zelf, ruimte tussen mensen, als de oneindige ruimte die God is. Je kunt het zien als een open, ronde ruimte in het hart van de mystieke ruimte van de leefregel van de Orde. Stilte als oproep: om het beeld van God te ontdekken in de mensen om ons heen, om sporen van Gods aanwezigheid op te delven in de alledaagse werkelijkheid. Om oor en oog te hebben voor anderen.(Vgl. Achter de Karmel)
Stilte beoogt een doorgaand proces van verinnerlijking. Werken zorgt er voor dat de basis-spiritualiteit van de Karmel met beide benen op de grond blijft staan en niet vervreemd van het leven, zoals dat dagelijks door karmelieten wordt geleefd en beleefd.
‘Geraakt worden’ dat kan je overkomen in allerlei ervaringen van het leven, zoals in ervaringen van liefde, ervaringen van het goede, ware en schone, het algemeen welzijn of in een persoonlijke crisissituatie of in die van de samenleving en kerk. Dat gevoel van geraakt worden of geraakt zijn kan ook langzaam in je groeien.
Zo kun je jezelf aangesproken voelen door de stilte, die zich laat vinden in alle omstandigheden van het leven. Er kan in jezelf een verlangen groeien om je eigen verbondenheid met die stilte, met God, te verkennen en verdiepen. Je kunt het ook inoefenen door dagelijks regelmatig verstilling te zoeken, wat als vanzelf kan leiden tot verbinding en dat kan weer leiden tot verdieping.(vgl. www.karmel.nl ; www.karmelbeweging.nl)

De mystieke ruimte van de lokale kerk
Waar gaat het naar toe met God, geloven en kerk in onze tijd? Dat vraagt menigeen zich af in deze lange overgangstijd, waarin het oude verdwijnt en het nieuwe er nog lang niet helemaal is. De gelovige van deze eeuw aan het begin van een nieuw en derde millennium zal een mens zijn met gevoel voor het Geheim van God (=mysticus) of er zal geen gelovige meer zijn. (K.Rahner).Hij of zij zal ieder op eigen onvervangbare en unieke wijze iets van God zoeken te ervaren in zijn of haar leven. Het zal meer gaan om levenslang “leren-geloven” dan om het ‘geloofssyteem’ leren. Kerk ontstaat voortdurend op menselijke maat en vanuit het kleinschalige weefsel van twee of drie in mijn naam. Daarbij wordt de kerk voortdurend geboren vanuit ‘het lege midden’ tussen ons in, waar plaats wordt gemaakt voor ‘liefde als midden’, met het mysterie van Christus als ‘sacrament van Godsontmoeting’ en met de eucharistieviering als ‘bron, brandpunt en hoogtepunt’ van al ons kerkelijk handelen. Het eigen-tijds opdienen van de bijbel op ‘de tafel van het woord’(vgl.Vat.II) zal daarbij heel belangrijk zijn om mensen aan te spreken. Daarbij zal tegelijkertijd het eigen charisma en identiteit van de traditie moeten worden bewaard, want anders hebben wij niets meer te zeggen. Heiligheid van persoon en gemeenschap moet centraal staan. Tenslotte zal de kerk alleen maar kunnen overleven, als zij in de wereld werkzaam is als het zout der aarde en het licht der wereld, gericht op menselijke waardigheid en godsdienstvrijheid. Een kerk die niet dient, dient tot niets (Mgr.Gaillot) Dienstbaarheid is de voornaamste dimensie van de kerk.