JUBILEJNO SVETO LETO 2000 - KAZALO

klik op afbeelding om te vergroten

HET VERLANGEN NAAR GOD IN DE HUIDIGE SAMENLEVING

 

Met liefde als midden
Dat is de titel van een klein boekje bij gelegenheid van 750 jaar
Karmel in Nederland. Na het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie
van 50 jaar geleden zijn er wereldwijd steeds meer ‘lekenbewegingen’.
Dat is de belangrijkste vrucht van het Conciliair beraad van vier jaar.
Zo vinden ook steeds meer leken hun basisspiritualiteit voor hun leven
in de Karmel. Zij leven vanuit het charisma van de Karmel in de kerk.
Dat doen zij in de ‘Karmelbeweging’ of ‘lekenorde’ zoals dat heet.
Als ‘geassocieerde’ kunnen zij zich ook persoonlijk verbonden weten.
Allen willen leven vanuit het besef dat zij
‘Voor het Gelaat van de Eeuwige’ staan.

Het Godsverlangen in de huidige tijd en samenleving.
Het verlangen vanwege God, die in ons zelf woont en werkzaam is,
en het verlangen naar God doortrekt het bestaan van ieder mens.
Het is het verlangen van God naar mij zelf, dat zich in mij
als ‘mijn-verlangen-naar-God’ manifesteert en openbaart.
In onze tijd van materialisme en individualisme raakt dat Godsverlangen bekneld.
Hoe langer hoe meer mensen worden in deze overgangstijd geestelijk uithuizig.
Naar mate het Godsverlangen geen houvast meer biedt,
groeit het verlangen naar geborgenheid ‘in-het-leven-dat-voorbij-gaat’.
Het bankwezen, het verzekeringswezen en het gezondheidswezen
bloeit als nooit te voren en is daardoor juist in een crisis geraakt.
Maar de menselijke ziel laat zich niet door surrogaat verschalken.
Bij de opkomst van de steden in de dertiende eeuw kozen de religieuze
bedelorden juist voor een uithuizigheid. Dat was geworteld is in het besef,
dat wij per definitie hier op aarde slechts nomaden, pelgrims,
veemdelingen en asielzoekers zijn, die hier te gast zijn:
Daarom is leven is uiteindelijk ‘thuis komen’.

Gebruik de onderscheiding der geesten
Voor zo’n wijze van leven heeft een mens als het ware een leidsvrouw nodig,
Zoals de deugd van de ‘onderscheiding-der-geesten’genoemd wordt.
Wie haar inoefent, houdt evenwicht, ‘met-liefde-als-midden’.
Hij wordt tussen het ‘te-weinig’ en het ‘te-veel‘ gehouden in het spoor
van de barmhartige overdaad. Wat hij meer gedaan mocht hebben,
wordt hem - zoals de herbergier van het evangelie-
door de Verrezene in zijn Wederkomst vergolden.

Het sacrament van elkaars nabijheid van broeders en zusters.
De vertrouwde modellen van territoriale parochiekerken,
waarin het christelijk leven zich voorheen in het grootste deel voltrok
zijn evenals de kloosters vandaag de dag veelal vermolmde bouwvallen
geworden, waarvan alleen nog de facade overeind staat.
Zo worden wij als vanzelf uithuizing en tijdloos.
De weg van ontheemding en onthechting is heilzaam,
want zij maakt ons open voor dat we God zo maar kunnen ervaren.
Dat raakt eveneens de meeste wezenlijke trek van een christen:
gevoeligheid voor het Godsverlangen in ieder mens,
bron van broederschap en zusterschap en basis van alle echte zielzorg:
dat is tevens sacrament van elkaars nabijheid in Christus.
(Met liefde als midden: 750 jaar Karmel in Nederland, Valkhofpers
ISBN 90 5625 086 8 Uitg. 2000 Ned. Prov. Karmelieten Almelo)

Een weg van omvorming
Zo heet de ‘ratio’-nele verantwoording van vorming in Karmelitaans leven.
Het is een soort richtlijn in Karmelitaanse vorming.
Het proces van vorming in zijn verschillende facetten wordt er
op heldere wijze in beschreven, vanaf het moment van de
eerste kennismaking tot en met de fase van voortgaande vorming.
Een van de grondgedachten is, dat de (semi-)religieus en geroepene
zelf de eerste vormingsverantwoordelijke is en niet het klooster.
Inhoudelijk gaat het er om dat God steeds meer het centrum
van je leven vormt en wij zelf uit het centrum worden gehaald
omwille van God. Die voortdurende omvorming voltrekt zich langs
de ongebaande wegen van een mensenleven, langs grenservaringen
waarin een mens leert vanuit God zijn of haar plaats te ontvangen.
Tegelijk zoek je naar een traditie en naar een gemeenschap,die voor
andere mensen reeds een goede bedding en een goede ruimte zijn gebleken.
Vanuit geleefde ervaring wil deze ‘ratio’ een betrouwbare gids zijn
voor hen die de Karmel kiezen als hun levensweg en tegelijk
voor hen, die als leken een basisspiritualiteit voor hun leven zoeken.
(Karmelitaanse vorming: Een weg van omvorming,
Rome 2000 –Almelo 2002)

De ratio berust op twee pijlers
Dat is enerzijds de nieuwe visie die de kerk heeft op zichzelf.
Deze vindt haar oorsprong in het tweede Vaticaans Concilie.
Anderzijds is dat onze voortgaande zoektocht
naar een nieuw verstaan van de menselijke persoon.
Voortaan ervaart de kerk zichzelf als een uitverkoren volk,
als een kleine kudde die in de wereld is gezonden;
De kerk moet werken als een zuurdeeg;
Haar taak is het de wereld om te vormen in het licht
van de boodschap van Jezus Christus: het koninkrijk van God.
Door het doopsel maken wij deel uit van deze kerk
en nemen wij haar zending op ons.
Wij verbinden ons tot navolging van Jezus Christus
en ons zelf te ontledigen in de woestijn van het leven.
In toewijding aan de Heer willen wij ons laten leiden door
de Geest van God.Daarbij richten wij ons op de waarden van:
-Opophoudelijk leven in tegenwoordigheid van God,
-Opbouwen van broederschap, zoals ons die voor ogen
wordt gesteld door Jezus Christus en
-Leven te midden van en ten dienste van de mensen.
Deze weg bewandelen wij naar het voorbeeld van Maria en Elia.
(Vorming in Karmelitaans leven: Almelo 1993)
Zie ook:
www.Karmel.nl  en www.karmelbeweging.nl